Iedere deelnemer met een glimlach naar huis

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: hart- en vaatziekten zijn wereldwijd de meest voorkomende doodsoorzaak. Het maakt duidelijk hoe belangrijk onderzoek naar deze aandoeningen is. Onderzoek naar manieren om ze te voorkomen. En onderzoek om ze beter te kunnen behandelen. ERGO-deelnemers dragen hieraan een steentje bij. Dat doen ze door bijvoorbeeld een ECG (hartfilmpje) te laten maken of een bloeddrukmeting te ondergaan.

 

Mijn baan is mooi door de combinatie van menselijk contact en werken met techniek

Inge Haumersen (60) werkt de helft van haar leven bij het zogeheten hart-vaatblok in het ERGO-onderzoekscentrum. Samen met Saskia Hoornweg en Marjolijn Kasi verzamelt en analyseert ze gegevens van deelnemers. Alle drie zijn ze hartfunctielaborant. ‘Ik vind mijn werk heel leuk’, vertelt Inge.

‘Anders zou ik het natuurlijk niet al dertig jaar doen. Deze job is aantrekkelijk door de combinatie van menselijk contact en werken met techniek. ’ Met een glimlach: ‘Maar te veel menselijk contact is niet altijd mogelijk bij mijn werkzaamheden. Bij sommige metingen moet ik deelnemers vragen stil te zitten of te liggen en niet te praten. Anders kunnen we geen goede metingen doen.’

 

Schot in de roos

In 1990 was ERGO nog maar één jaar oud. Inge las dat er een vacature was voor een interviewer: iemand die deelnemers thuis vragen stelt. ‘Op dat moment werkte ik als verpleegkundige in het Ikazia Ziekenhuis in Rotterdam. De baan bij ERGO leek me leuk en interessant. Ik vond werken in een ziekenhuis best hectisch en onvoorspelbaar, had behoefte aan regelmatige werktijden. Tijdens mijn sollicitatiegesprek in Ommoord hoorde ik dat niet alleen een interviewer werd gezocht, maar ook iemand die echo’s kon maken van hart en bloedvaten. Daar ben jij wel een type voor, zei een van mijn gesprekspartners. Achteraf kun je zeggen dat het een schot in de roos is geweest.’

 

Waarom was Inge geschikt voor de baan? ‘Je moet technisch gespecialiseerd zijn om echo’s te maken. Dat was ik nog niet, maar ik ben wel technisch aangelegd, kan zelfstandig en nauwkeurig werken én ben kritisch op wat ik heb gedaan. Dat laatste is belangrijk, omdat metingen van hart en vaten niet altijd meteen goed zijn en dan moeten worden herhaald. Toen ik was aangenomen, ben ik direct de opleiding tot cardiovasculair laborant gaan volgen. Het ging om de studierichting voor onderzoek dat buiten het lichaam plaatsvindt.’

 

Met een echo krijg je een beeld van de bouw van iemands hart

Deelnemers aan ERGO ondergaan in de loop der jaren verschillende keren een hart- en vaatonderzoek. Inge heeft dus al duizenden, waarschijnlijk zelfs tienduizenden keren metingen verricht. Dat gebeurt altijd in samenwerking met een collega. ‘Wat we allemaal doen? Ten eerste een echo maken van hart en bloedvaten. Zo krijg je een beeld van de bouw van iemands hart. Hoe zien bijvoorbeeld de hartkamers, hartboezems, hartkleppen en grote aders eruit? Bij een echo meet je aan de hand van geluidstrillingen, van geluidsweerkaatsingen. De deelnemer ontbloot zijn of haar bovenlijf en gaat op een bank liggen. Daarna leggen we op het lichaam een apparaatje, de echokop, en proberen we tussen de ribben door naar het hart te kijken. Bij de ene deelnemer is het hart gemakkelijker te vinden dan bij de andere. Als je bijvoorbeeld een kromme rug of flink wat overgewicht hebt, kan het hart nét wat anders komen te liggen dan bij de meeste andere mensen.’


Op de lijst staat ook een hartfilmpje terwijl de deelnemer in een toestand van rust is. De opname duurt drie minuten. Verder worden onder meer de bloeddruk en de dikte van de vaatwanden gemeten. Inge: ‘Wij meten niet alleen, maar analyseren en beoordelen veel verzamelde gegevens ook. Soms overleggen we daarna met een cardioloog in het Erasmus MC of een longarts in Duitsland. Met die laatste zoeken we contact als er een verhoogde bloeddruk in de longen is. Heel soms wijzen een meting en analyse uit dat er iets mis is met de ERGO-deelnemer. Dan bellen we de huisarts, die verdere actie onderneemt. We hebben in de loop der jaren bijvoorbeeld een paar keer een lekkende hartklep geconstateerd, waarna een operatie volgde. Ik herinner me ook een deelnemer die longpatiënt was. Hij was kortademig, maar dacht dat dit een logisch gevolg was van zijn longziekte. Totdat wij zagen dat hij een afwijkend hartritme had. Daarna heeft hij een pacemaker gekregen en had hij minder last van kortademigheid.’

 

Mensenwerk en maatwerk

Inge is drie dagen per week actief in het ERGO-onderzoekscentrum. ‘Wij waarderen het zeer dat zoveel mensen op vrijwillige basis meedoen aan ERGO. Daarom heb ik bij iedere deelnemer de ambitie dat hij of zij met een glimlach naar huis vertrekt. Ik zoek bij iedereen naar de best passende benadering. Sommige deelnemers zijn een beetje nerveus en stel ik op hun gemak. Andere deelnemers zijn bij binnenkomst al ontspannen en vinden het leuk als je ze bijvoorbeeld vraagt naar hun kinderen en kleinkinderen. Het is mensenwerk én het is maatwerk.’

 

Nog altijd lenig

Een paar jaar geleden verrichtte Inge tijdelijk ook ander onderzoek. In die periode verbaasde ze zich over de fitheid van sommige deelnemers. ‘We vroegen mensen mee te doen aan een test van hun bewegingsapparaat. Dat is de benaming voor onze botten, gewrichten, spieren, pezen en zenuwen. De deelnemers kregen onder andere het verzoek op een lage stoel te zitten, op te staan en een papiertje van de grond te rapen. Sommige dames bogen voorover en hoefden nauwelijks hun benen te buigen om het papiertje te pakken. Dat waren tachtigers, in enkele gevallen zelfs negentigers! Ik vroeg hoe het kwam dat ze nog zo lenig waren. Het bleek dat ze nog elke dag oefeningen deden.’

Zelf heeft Inge ook oog voor haar fitheid. ‘Ik probeer minstens drie keer per week naar de sportschool te gaan. Daar doe ik veel steps en power, vaak op muziek. Verder wandel ik elke dag met mijn hondje, een chihuahua pincher mix. Hij is al elf jaar oud, maar zo blijft hij ook fit. Voor de geestelijke fitheid is het belangrijk om te lezen. Ik heb onlangs de schrijfster Aya Zikken ontdekt. Haar bekendste boek is De Atlasvlinder.’

 

Nieuw onderzoek

Al sinds de aftrap van ERGO in 1989 is ‘hart en vaten’ een onderzoekslijn. De groep wordt tegenwoordig geleid door arts-epidemioloog Maryam Kavousi. Zij en haar medewerkers willen het beloop van hart- en vaatziekten in kaart brengen. Ze kijken ook naar de verschillen tussen vrouwen en mannen bij hart- en vaatziekten. Een nieuwe loot aan de stam heeft te maken met Covid-19.

 

Inge: ‘Tijdens de pandemie hebben ERGO-deelnemers een vragenlijst over Corona ontvangen. Fietsend door Ommoord heb ik zelf een flink aantal lijsten langsgebracht. Deelnemers kregen onder meer de vraag of ze corona hadden doorgemaakt zonder te zijn opgenomen in een ziekenhuis. Wie daarop ‘ja’ heeft geantwoord, wordt van harte uitgenodigd voor een nieuw onderzoek. Maryam en mede-onderzoekers willen achterhalen of Corona op de langere termijn hartschade oplevert. En ook: is de schade blijvend of verdwijnt die op een gegeven moment? De naam van dit onderzoek is de COVID@Home studie.’