Promoties

Op donderdag 1 februari om 13:00 uur zal Oscar Roa Duenas zijn proefschrift

Thyroid, Metabolism and Brain:
health outcomes of thyroid function variations
in the elderly

Schildklier, metabolisme en hersenen:
het effect van variaties in de schildklierfunctie op gezondheidsmaten bij ouderen

 

in het openbaar verdedigen. 

 

In dit proefschrift is onder andere het verband beschreven tussen de schildklierfunctie en lichamelijke activiteit, obesitas en diabetes type 2.

En verder ook het verband tussen schildklierfunctie en depressie en bloedcirculatie van de hersenen. 

 

Hierbij werd gebruik gemaakt van gegevens verzameld binnen het ERGO-onderzoek en informatie verzameld uit de literatuur. 

 

Onze resultaten laten zien dat de schildklierfunctie waarschijnlijk geeen verband houdt met lichamelijke activiteit maar dat het wel verband houdt met gewichtsveranderingen, diabetes type 2, depressies en de bloedcirculatie van de hersenen. 

 

 

Wilt u de verdediging digitaal bijwonen? Klik dan hier.

 

 

Wilt u een (digitaal) exemplaar van het proefschrift ontvangen? Stuur dan een mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl

 

 

 

Op dinsdag 9 januari heeft Yasir Abozaid met succes zijn proefschrift getiteld:

 

Unravelling Obesity and Fatty Liver Disease Mechanisms;
Insights from Population-Based Omics Studies

 

Ontrafelen van mechanismen onderliggend aan obesitas en leververvetting;
inzichten vanuit omics studies op populatie niveau

 

in het openbaar verdedigd.

 

Het aantal mensen met overgewicht is in de 21ste eeuw flink toegenomen.

En de daarmee samenhangende niet-alcoholische leververvetting (FLD)ook met als gevolg een toename van chronische leverziektes wereldwijd.

 

Voor dit proefschrift is onderzoek gedaan naar de mogelijke oorzaken van overgewicht en FLD om zo eventuele biomarkers te vinden waardoor het mogelijk zou zijn een vroege diagnose te stellen.

 

Hiervoor zijn uit verschillende bevolkingsonderzoeken genetische gegevens gebruikt en verdere onderzoeksgegevens uit het ERGO-onderzoek.

 

 

 

Wilt u de verdediging digitaal terug zien? Klik dan hier.

Wilt u een (digitaal) exemplaar van het proefschrift ontvangen?

Mail dan naar ergo.epi@erasmusmc.nl.

Op 29 november heeft Johnmary Arinze zijn proefschrift getiteld

 

 

Epidemiology and Correlates of Refractory and Unexplained Chronic Cough in
Adults

Epidemiologie en correlaten van refractaire en onverklaarbare chronische hoest bij
volwassenen

 

met succes verdedigd. 

 

Hoest, belangrijk voor het vrijhouden van de luchtweg, wordt bron van zorg als het bij volwassenen langer dan 8 weken duurt en leidt tot aanzienlijke fysieke, psychische en sociaal-economische gevolgen.

 

Bij recent onderrzoek werd hoest niet gezien als een symptoom van veel voorkomende ziektes zoals astma en COPD. Maar ook als een afzonderlijke medische aandoening. Deze wordt gekenmerkt door een overgevoelige hoesreflex die soms veroorzaakt wordt door hele simpele dingen als praten.

 

Uit ons onderzoek bleek dat één op de negen volwassenen last heeft van chronische hoest en dat bij een deel van deze mensen geen verklaring is te vinden voor de hoest.

 

Onder de chronische hoestpatiënten zijn er meer dan gemiddeld mensen met depressieve symptomen en chronische pijn.

 

We vonden geen verband tussen chronische hoest en ontstekingsverschijnselen in het bloed. 

 

 

 

Maar bij mensen met chronische hoest zagen we wel dat het gebied in de hersenen dat verantwoordelijk is voor hoestonderdrukking kleiner was.

Dit duidt op een verminderd vermogen om de drang tot hoesten onder controle te houden.

 

Omdat er geen goedgekeurde medicijnen beschikbaar is voor chronische hoest, was de behandeling in de meeste huisartsenpraktijken in Nederland voornamelijk gericht op het beheersen van daarmee samenhangende medische aandoeningen.

 

Wilt u een (digitaal) exemplaar van het proefschrift ontvangen? Mail dan naar ergo.epi@erasmusmc.nl.

 

 

Op vrijdag 17 september heeft Isabelle van der Velpen haar proefschrift getiteld

 

Verbinding tussen sociale gezondheid en het brein op oudere leeftijd:
Een populatie-perspectief op biologische mechanismen in de etiologie van dementie
 
Connecting Social Health and The Brain in Older Age:
A population perspective to biological mechanisms in dementia etiology
 

met succes in het openbaar verdedigd.

 

Het doel van dit proefschrift was om te onderzoeken hoe de biologie en structuur van de hersenen betrokken zijn bij het verband tussen sociale gezondheid en dementie bij ouderen.

Ouderen ervaren sociale gezondheid heel verschillend. Uit het onderzoek blijkt dat sociale gezondheid verband houdt met een betere hersengezondheid op oudere leeftijd, en dat hersengebieden die van vitaal belang zijn voor de sociale gezondheid cruciaal zijn voor het dementierisico.

 

Burgerlijke staat en sociale steun waren over het algemeen beschermend voor de hersengezondheid, maar eenzaamheid juist niet.

Het handhaven van een goede sociale gezondheid in diverse aspecten van het leven kan mogelijk helpen bij het voorkomen van dementie.

 


Wilt u een (digitaal) exemplaar van het proefschrift ontvangen? Mail dan naar ergo.epi@erasmusmc.nl.

 

Wilt u de verdediging digitaal bijwonen Klik dan hier.

 

 

Op 9 november heeft Tian Xiao, met succes zijn proefschrift getiteld 

 

Systemic Function Impairment and
Neurodegeneration in the General Population

 

Systemische functiestoornissen en neurodegeneratie
bij de algemene bevolking

 

verdedigd. 

 


Verbanden tussen het niet goed functioneren van bepaalde orgaansystemen en dementie zoals gezien binnen het ERGO-onderzoek bevestigen het idee dat er een wisselwerking is tussen deze orgaansystemen en de hersenen, zoals hart-hersenen, long-hersenen en mogelijk ook lever-hersenen.

 

Het ontwikkelen van meerdere ziektes zoals vaak gezien wordt bij het ouder worden en veranderingen in het functioneren hebben invloed op de gezondheid van de hersenen.

 

Om het verband duidelijker te maken tussen het ontwikkelen van meerdere ziektes en het ontwikkelen van geheugenproblemen en dementie is meer onderzoek nodig. 

 

 

 

Wilt u een (digitaal) exemplaar van het proefschrift ontvangen? Mail dan naar ergo.epi@erasmusmc.nl.

 

Wilt u de verdediging digitaal terug zien? Klik dan hier.

 

 

Op 7 november 2023 heeft Fang Zhu met succes haar proefschrift getiteld

 

Heart Failure Epidemic: Disease burden, novel biomarkers and risk prediction

 

Epidemie van hartfalen: ziektelast, nieuwe biomarkers en risicovoorspelling.

verdedigd. 

 

 

Het proefschrift bestaat uit drie delen.
In het eerste deel bespreekt Fang Zhu de epidemie van hartfalen binnen de deelnemers aan het
ERGO-onderzoek over 30 jaar. En welke factoren de kans op het krijgen van hartvaatziekten
vergroten (risicofactoren) maar die voorkomen zouden kunnen worden.

Het tweede deel kijkt naar de oorzaken van de risicofactoren. Nieuwe biomarkers, o.a. de
vrouwelijke geslachtshormonen, plasma amyloid- ?, verkalking van hartkleppen en de diameter van
de thoracale aorta worden hier besproken.

Het derde en laatste deel beschrijft vooral hoe we er voor kunnen zorgen dat beter te voorspellen is
wie hartfalen zal krijgen. Dit kan door biomarkers samen met de al bekende modellen voor
risicovoorspelling te gebruiken maar ook door gebruik te maken van kunstmatige intelligentie.

 

Wilt u een (digitaal) exemplaar van het proefschrift ontvangen? Mail dan naar ergo.epi@erasmusmc.nl.

 

Wilt u de verdediging digitaal terug zien? Klik dan hier.

 

 

 

 

 

Op 11 oktober heeft Joëlle Vergroesen met succes haar proefschrift getiteld

 

The Ins and Outs of Open-Angle Glaucoma: drugs, diet, and defecation

 

De verschillende aspecten van open-kamerhoek glaucoom: medicatie, maaltijden, en microbioom

 

verdedigd.

 

Glaucoom is een ernstige oogaandoening die wereldwijd tot de meeste gevallen van onomkeerbare blindheid leidt. Alle mogelijke behandelingen zijn erop gericht om de oogdruk (belangrijkste risicofactor) te verlagen, maar te weinig patiënten hebben hier voldoende baat bij. In dit proefschrift heeft Joëlle onderzocht wat de rol van systemische effecten is bij het ontstaan van glaucoom.

 

Patiënten met glaucoom hebben vaak ook andere ziektes zoals een te hoge bloeddruk en diabetes (suikerziekte). Joëlle heeft onderzocht of er een verband is tussen het gebruik van  medicatie (zoals antihypertensiva en antidiabetica) en glaucoom. Bij het gebruik van calciumantagonisten (een soort bloeddrukverlager) lijkt er een hoger risico op glaucoom te onstaan. Daarentegen lijkt metformine, een middel wat veel gebruikt wordt bij suikerziekte, het risico op glaucoom (bij mensen met diabetes) duidelijk te verlagen.

 

Voeding voor een gezond brein, maar niet een algemeen gezond dieet, lijkt het risico op glaucoom te verlagen. Voornamelijk groene bladgroenten (rijk aan nitraat), vis, en bessen spelen hierbij een belangrijke rol. Gezonde voeding is voor mensen met (een hoog risico op) glaucoom dus belangrijker dan aanvankelijk werd gedacht.

 

Gezien de relatie tussen voeding en glaucoom enerzijds en voeding en de darmflora anderzijds, heb ik gekeken of bepaalde darmbacteriën minder vaak voorkomen in patiënten met glaucoom; dat bleek zo te zijn voor butyraat-producerende bacteriën.

 

Wilt u een (digitaal) exemplaar van het proefschrift ontvangen? Mail dan naar ergo.epi@erasmusmc.nl.

 

Wilt u de verdediging digitaal terugzien? Klik dan hier.

 

 

Op 14 juni heeft Zuolin Lu met succes zijn proefschrift getiteld

 

Risk Factors, Patterns, and Prognosis of Atrial Fibrillation in General Population: A sex-specific perspective
Risicofactoren, patronen en prognose van voorkamer fibrillatie bij de algemene bevolking: een sekse-specifiek perspectief

 

verdedigd.

 

Dit proefschrift heeft als doel het onderzoeken van de verbanden tussen verschillende traditionele en nieuwe risicofactoren voor het ontstaan van atriumfibrilleren (boezemfibrilleren). Een risicofactor is een factor waarvan bekend is dat deze het risico op het onstaan/ontwikkelen van een afwijking of ziekte vergroot.

In dit proefschrift is gekeken naar het risico op het ontstaan van atriumfibrilleren en het verloop daarvan. We hebben hiervoor gekeken binnen de algemene bevolking en binnen  de deeelnemers aan het ERGO-onderzoek. We onderzochten hierbij uitgebreid de al bekende risicofactoren maar ook de nieuwe risicofactoren en met name de verschillen tussen mannen en vrouwen.

 

 

Wilt u een digitaal exemplaar ontvangen van het proefschrift? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl

 

Wilt u de verdediging digitaal terugzien? Klik dan hier.

 

 

 

 

Op 6 mei om 13:00 uur heeft Irma Karabegović met succes haar proefschrift getiteld

 

Distangling the impact of Lifestyle Factors on Health and Disease: A Molecular Epidemiology Approach
 
De invloed van aanpasbare leefstijlfactoren op gezondheid en ziekte ontrafelen: Een moleculaire epidemiologische benadering. 
 

verdedigd.  

 

Gedurende de afgelopen eeuw is onze levensverwachting meer dan verdubbeld. Dit hebben we te danken aan ontwikkelingen op het gebied van onderzoek, technologie, voeding en medicatie.


Maar deze hogere levensverwachting komt met een prijs. In de jaren die ze extra leven hebben mensen vaak last van één of meerdere chronische ziektes. Om het ontstaan van deze ziektes te voorkomen wordt vooral aandacht besteed aan een gezonde leefstijl.

 

Hoewel er een sterk verband is aangetoond tussen de leefstijlfactoren en het ontstaan van chronische ziektes is het nog steeds niet helemaal duidelijk hoe het mechanisme werkt. Epigenetica, de studie van overerfbare veranderingen die niet terug te vinden zijn in de genetische informatie in het DNA, zou mogelijk een belangrijke rol hierin kunnen spelen.

 

In dit proefschrift heb ik epigenetische mechanismes, als eventuele link tussen leefstijlfactoren en chronische ziektes, onderzocht. Door deze mechanismes te onderzoeken is het mogelijk om een betere kijk te krijgen op het verband tussen leefstijlfactoren en chronische ziektes wat op den duur kan leiden tot betere preventieve maatregelen.

 

 

Wilt u een digitaal exemplaar ontvangen van het proefschrift? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl

Wilt u de verdediging digitaal terug zien? Klik dan hier.

 

 

 

Op 14 juni om 15:30 uur zal Zuolin Lu zijn proefschrift getiteld

 

Risk Factors, Patterns, and Prognosis of Atrial Fibrillation in General Population: A sex-specific perspective

 

Risicofactoren, patronen en prognose van voorkamer fibrillatie bij de algemene bevolking: een sekse-specifiek perspectief


 
verdedigen. 

 

 

In dit proefschrift werden de verbanden tussen verschillende al bekende en nieuwe risicofactoren voor het ontstaan van atriumfibrilleren,

de meest voorkomende hartritmestoornis onderzocht. 

 

We keken ook naar het verloop van de ziekte atriumfibrilleren. Hierbij maakten we gebruik van gegevens van mensen uit de algemene bevolking en van gegevens uit het ERGO-onderzoek. 

 

Hierbij hebben we ook uitgebreid gekeken naar mogelijke verschillen in de risicofactoren bij mannen en vrouwen.

 

 

Wilt u een digitaal exemplaar ontvangen van het proefschrift? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl

 

 

 

Op 30 mei om 10:30 uur zal Sven Geurts zijn proefschrift getiteld

 

A population perspective on risk factors and
sex differences
 
De ontleding van de etiologie van atriumfibrilleren;
een populatie perspectief op risicofactoren en sekse verschillen

 

verdedigen. 

 

Atriumfibrilleren is wereldwijd de meest voorkomende hartritmestoornis en het komt steeds vaker voor. 

Atriumfibrilleren kan o.a. leiden tot vermoeidheid, benauwdheid, hartkloppingen, een verminderde kwaliteit van leven en hart- en vaat-ziekten zoals een hartinfarct, hartfalen, beroerte en zelfs sterfte.

 

Onze kennis van atriumfibrilleren is de afgelopen jaren sterk toegenomen door wetenschappelijk onderzoek. Maar hoe atriumfibrilleren ontstaat is nog steeds onbekend. Dit maakt het nog steeds moeilijk om te voorspellen wie last zal krijgen van atriumfibrilleren en hoe we dit zouden kunnen voorkomen. 

Het genereren van nieuw en meer wetenschappelijk bewijs voor de ontstaanswijze is daarom van essentieel belang om de ziektelast van atriumfibrilleren in de algemene populatie te kunnen verminderen.

 

In dit proefschrift onderzochten we daarom de ontstaanswijze van atriumfibrilleren in de algemene populatie. Wij vonden dat verschillende risicofactoren betrokken zijn bij het ontstaan van atriumfibrilleren. Bijv. vaataandoeningen, afwijkingen in de geleiding in het hart, ontstekingsfactoren, over gewicht, hoge bloeddruk  (vaataandoeningen) maar ook specifieke man-vrouw verschillen.  

 

De bevindingen uit dit proefschrift hebben bijgedragen aan het beter begrijpen van deze ziekte. Toekomstig onderzoek zou deze complexe hartritmestoornis laag voor laag verder kunnen ontleden door het combineren van observationele en experimentele studies om uiteindelijk de onderliggende biologie van atriumfibrilleren bloot te leggen.

 

 

Wilt u een digitaal exemplaar ontvangen van het proefschrift? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl

 

Wilt u de verdediging digitaal bijwonen? Klik dan op de dag van de verdediging hier.

 

 

Op 15 maart verdedigde Sara Galle met succes haar proefschrift getiteld:

 

Physical Activity and Cognitive Vitality

Insights from the Rotterdam Study and an intervention study in healthy older adults

 
Fysieke activiteit en cogntieve vitaliteit

inzichten op basis van de Rotterdam Studie en een interventiestudie bij gezonde oudere volwassenen.

 

De toenemende levensverwachting en wereldwijde veroudering van de bevolking gaat gepaard met een sterke toename van het aantal mensen dat leeft met een sterke achteruitgang in het denkvermogen of dementie.

Aangezien er nog geen medicijnen zijn die een sterke achteruitgang in het denkvermogen of dementie kunnen voorkomen of genezen is het belangrijk om te kijken naar veelvoorkomende risicofactoren en manieren om deze risicofactoren positief te beinvloeden.

 

Een belangrijke risicofactor is een gebrek aan beweging. Het bestrijden hiervan wordt gezien als een veelbelovende manier om een achteruitgang van het denkvermogen en dementie te vertragen of te voorkomen. 

 

In dit proefschrift is de samenhang tussen lichaamsbeweging en het denkvermogen op de lange termijn onderzocht en is gekeken of het uitbreiden van de dagelijkse beweging van een groep oudere volwassenen een positief effect heeft op het denkvermogen.

 

We hebben hierbij zowel mensen mét als mensen zonder erfelijke aanleg voor de ziekte van Alzheimer onderzocht. Hierbij is ook gekeken naar de rol van neurotrophe factoren IGF-I en BDNF en onderzocht of de concentraties van deze stoffen in het bloed voorspellend zijn voor wie er op latere leeftijd dementie zal ontwikkelen.

 

Uit het onderzoek komt naar voren dat een actieve levensstijl samenhangt met een beter functionerend denkvermogen op de lange termijn, ook bij mensen met een erfelijke aanleg voor de ziekte van Alzheimer. Het bleek echter lastig om het denkvermogen positief te beinvloeden door de dagelijkse beweging uit te breiden. Mogelijk is het effect hiervan beter zichtbaar wanneer de uitbreiding tenminste 35% bedraagt. De voorspellende waarde van de hoeveelheid IGF-I en BDNF in het bloed is op dit moment nog onvoldoende duidelijk.

 

Wilt u een digitaal exemplaar ontvangen van het proefschrift? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl

 

Wilt u de verdediging digitaal bijwonen? Klik dan hier.

 

Op 15 maart verdedigde Amy Hofman met succes haar proefschrift getiteld:

 

Physical Activity and Mental Health in Middle-aged and Older Adults
A population-based perspective 

 

Fysieke activiteit en mentale gezondheid in volwassenen van middelbare leeftijd en ouder
Een perspectief op basis van de algehele populatie.

 

Ondanks dat beweging veel gezondheidseffecten heeft, beweegt meer dan een kwart van de volwassen wereldbevolking niet voldoende.
In dit proefschrift heb ik de relatie tussen fysieke activiteit en mentale gezondheid onderzocht, waarbij ik rekening heb gehouden met de relatie tussen fysieke activiteit, zitgedrag en slaap.

 

De studies in dit proefschrift zijn allen gebaseerd op data van het Erasmus Rotterdam Gezondheid Onderzoek (ERGO), een prospectief cohort onderzoek onder volwassenen van 40 jaar en ouder.


De resultaten laten zien dat meer tijd besteed aan intensieve beweging is gerelateerd aan minder depressieve symptomen wanneer deze tijd in de plaats komt van lang stilzitten (sedentair gedrag) of slaap. We vonden geen associatie tussen fysieke activiteit en angstsymptomen.

 

De resultaten laten ook zien dat meer tijd besteed aan sedentair gedrag of slaap is gerelateerd aan een mindere slaapkwaliteit wanneer deze tijd ten koste gaat van slaap, maar niet van andere activiteiten. We vonden dan ook niet dat meer fysieke activiteit is gerelateerd aan een betere slaapkwaliteit.

 

Daarnaast heb ik enkele van de mogelijke onderliggende mechanismen onderzocht: we onderzochten de associatie van fysieke activiteit met hersenvolumes, en van genetische factoren en immuun markers met mentale gezondheid. Onze resultaten bevestigen dat genetische factoren een rol spelen in de ontwikkeling van depressie.

 

Wilt u een digitaal exemplaar ontvangen van het proefschrift? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl

 

Wilt u de verdediging digitaal bijwonen? Klik dan hier.

 

Op dinsdag 7 maart verdedigde Samer Khan met succes haar proefschrift getiteld

 

Serum Immunoglobulins In Middle and Older Age: Friend or foe?
 
Serum immuunglobulines op middelbare en oudere leeftijd: vriend of vijand?

 

In dit proefschrift hebben we gekeken naar factoren die serum waarden van immuunglobulines (Igs), een bepaald soort eiwitten die onderdeel uitmaken van het afweersysteem beïnvloeden. We hebben hierbij gekeken naar deelnemers van het ERGO-onderzoek.

Wij vonden dat leeftijd, geslacht, rookstatus, alcoholconsumptie, systemisch corticosteroïd (een bepaald medicijn) gebruik en cardiovasculaire factoren bepalend zijn voor Ig waarden. Daarna hebben we gekeken naar de relatie tussen serum Ig waarden en het risico op verscheidene leeftijdsgerelateerde aandoeningen. 

 

Wij vonden dat mensen met hogere waarden van IgA en IgG een hoger risico hebben op longontsteking en op een lagere longfunctie. Ook zien we dat mensen met hogere IgA en IgG waarden een hoger risico op hart- en vaatziekten (HVZ) en overlijden ten gevolge van HVZ hebben.

Daarentegen werd geen relatie tussen Igs en het risico op beroerte of dementie vastgesteld, wat zou kunnen wijzen op verschillende effecten van Igs op het lichaam, afhankelijk van de betrokken organen.

 

Onze resultaten kunnen betekenen dat hogere waarden van IgA en IgG op hogere leeftijd een aanwijzing zijn voor een langdurig ontstekingsproces in het lichaam dat gepaard gaat met een hoger risico op meerdere aandoeningen.

 

Er is echter nog meer onderzoek nodig om de onderliggende mechanismen van de gevonden associaties op te helderen en om na te gaan of er mogelijk sprake kan zijn van een oorzakelijk verband.

 

Wilt u een digitaal exemplaar ontvangen van het proefschrift? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl

Wilt u de verdediging terug zien. Klik dan hier.

Op 21 februari verdedigde Lisa van der Burgh met succes haar proefschrift getiteld:

 

Unravelling Determinants and Consequences of Kidney Function Decline
A population-based approach
Het ontrafelen van de determinanten en gevolgen van nierfunctie-achteruitgang
Een populatie-gebonden aanpak

 

De nieren zijn twee relatief kleine organen die toch een belangrijke rol hebben in verschillende processen binnen het menselijk lichaam. Zo zorgen de nieren onder andere voor het verwijderen van afvalproducten uit het lichaam, regelen ze de waterbalans en de bloeddruk, en zijn ze betrokken bij de productie van hormonen en vitamines.


Maar wanneer de nieren niet meer op de goede manier werken kunnen er problemen ontstaan in al deze processen. Verschillende nierziekten kunnen dit veroorzaken, waaronder chronische nierinsufficiëntie. Hierbij werken de nieren onvoldoende en herstellen ze ook niet meer.
Dit is een ziekte die veel voorkomt onder met name ouderen en waarvoor ook steeds meer mensen worden behandeld.

 

Daarom is het belangrijk om deze ingrijpende ziekte beter te kunnen voorspellen en voorkomen. Hiervoor is het belangrijk dat er uitgebreid onderzoek wordt gedaan naar de oorzaken van nierfunctie-achteruitgang. Daarnaast zijn nierfunctie en nierfunctie-achteruitgang misschien zelf ook weer oorzaak van andere chronische ziekten die ontstaan als je ouder wordt.

 

De belangrijkste doelstelling van dit proefschrift is dan ook om meer inzicht te krijgen in de oorzaken en de gevolgen van nierfunctie en nierfunctie-achteruitgang in de algemene bevolking.

 


Wilt u een digitaal exemplaar ontvangen van het proefschrift? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl.

 

Wilt u de verdediging digitaal terugzien? Klik dan hier.

Op 3 februari verdedigde Eline Vinke met succes haar proefschrift getiteld:

 

The Aging Brain; a tale as old as time

 

Het verouderende brein; een eeuwenoud verhaal


verdedigen.


Veroudering van het menselijk lichaam is een zeer complex biologisch proces. Kijkend naar het brein zijn er bij mensen grote verschillen te zien in de veranderingen die plaatsvinden in de breinstructuur met het ouder worden. Breinregio’s verschillen in de gevoeligheid voor deze veranderingen, maar kort gezegd krimpt het brein naarmate we ouder worden, wat ook wel breinatrofie genoemd wordt. Tegelijkertijd varieert de mate waarin ons cognitief functioneren verandert met veroudering per domein en tussen individuen.


Een belangrijke uitdaging in het onderzoek naar breinveroudering is de overlap tussen veranderingen in breinstructuur en -functie in gezonde veroudering én in neurodegeneratieve ziekten. Zo zijn atrofie van specifieke breinregio’s en geheugenstoornissen kenmerkend voor de ziekte van Alzheimer. Dit terwijl breinatrofie en verslechtering van het geheugen ook kenmerken zijn die passen bij gezonde veroudering. Deze overlap benadrukt dat met het beter begrijpen van breinveroudering, we uiteindelijk ook neurodegeneratieve ziekten zoals dementie of de ziekte van Parkinson beter zullen begrijpen.

 


De doelstelling van dit proefschrift is daarom ook het vastleggen van breinveroudering in curves en patronen van breinveroudering. Deze curves heb ik gebruikt om het verband tussen risicofactoren en breinveroudering te onderzoeken. Vervolgens heb ik onderzocht hoe breinveroudering ons kan helpen in de beoordeling en het voorspelen van ziekte.

 


Wilt u een digitaal exemplaar ontvangen van het proefschrift? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl.

 

Wilt u de verdediging terugzien? Klik dan hier.

Op 31 januari verdedigde Jendé Zijlmans met succes haar proefschrift getiteld:

 

Cognitive and Brain Reserve in Middle-aged and Elderly Persons; a population-based approach

 

Cognitieve en hersenreserve in personen van middelbare leeftijd en ouderen; een populatie-gebonden aanpak

 

De achtergrond van het onderzoek beschreven in het proefschrift:


Het concept van cognitieve en hersenreserve biedt een verklaring voor de verschillen tussen mensen in de gevoeligheid voor dementie.


In dit proefschrift heb ik determinanten en uitkomsten van cognitieve en hersenreserve onderzocht bij mensen van middelbare leeftijd en ouderen.

 

De studies in dit proefschrift zijn uitgevoerd binnen twee populatie studies: de Rotterdam Study en de ORACLE study.


Eerst heb ik onderzocht welke sociodemografische, leefstijl, fysieke en psychosociale factoren samenhangen met cognitieve reserve (Rotterdam Study).Daarna heb ik cognitieve en hersenreserve onderzocht in relatie tot dementie, het sterfterisico en depressie op latere leeftijd (Rotterdam Study). Ten slotte heb ik de langetermijngevolgen van traumatisch hersenletsel onderzocht (ORACLE-studie).

 

Ik vond dat roken, geen betaald werk, alcoholgebruik, diabetes mellitus, een voorgeschiedenis van kanker, chronische obstructieve longaandoening, depressieve symptomen en een langere tijd tot het inslapen geassocieerd waren met cognitieve reserve, maar met een duidelijk verschil tussen mannen en vrouwen. Bovendien vond ik dat hogere cognitieve en hersenreserve niet alleen geassocieerd waren met een lager risico op dementie, maar ook met een lager sterfterisico en depressie op latere leeftijd.

 

Tot slot vond ik dat traumatisch hersenletsel met bewustzijnsverlies geassocieerd was met subjectieve geheugenklachten, maar niet met cognitie of hersen-MRI-uitkomsten.

Met dit proefschrift is een eerste stap gezet naar het identificeren van risico- en beschermende factoren van cognitieve reserve, en het identificeren van cognitieve en hersenreserve als factoren die niet alleen het risico op dementie kunnen beïnvloeden, maar ook het sterfterisico en depressie op latere leeftijd.

 


Wilt u een digitaal exemplaar ontvangen van het proefschrift? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl. 

 

Wilt u de verdediging digitaal terug zien? Klik dan hier..

Op 25 januari 2023 verdedigde Laurens van Kleef met succes zijn proefschrift getiteld:

 

Fatty Liver Disease in the General Population
Leververvetting in de algemene bevolking

 

Dit proefschrift gaat over leververvetting in de algemene bevolking:

 

Eerst hebben we de gevolgen onderzocht van de naams- en definitie-verandering van niet-alcoholische leververvetting (NAFLD) naar metabole-dysfunctie geassocieerde leververvetting (MAFLD). Bij NAFLD mogen geen overige oorzaken voor de leververvetting aanwezig zijn zoals overmatig alcoholgebruik of virale hepatitis. Bij MAFLD moet juist metabole dysfunctie aanwezig zijn zoals overgewicht of diabetes. Wij toonden aan dat met de nieuwe MAFLD-criteria meer mensen met leververvetting konden worden opgespoord.

 

Bovendien hadden de nieuwe MAFLD mensen zonder NAFLD meer kans op ernstige leverziekte dan de mensen die alleen NAFLD hadden zonder MAFLD. Verder toonden wij aan dat juist MAFLD (en niet leververvetting zonder metabole dysfunctie) het risico op een ernstige leverziekte vergroot bij mensen met chronische hepatitis B.

 

Wij toonden aan dat ouderen met leververvetting en zelfs hoge leverstijfheid (een maat voor fibrose) geen grotere kans hadden om door een leverziekte te overlijden. Omdat levervetting bij jongere mensen wel voor ernstige problemen kan zorgen is het belangrijk om bij hen de ziekte wel vroeg te ontdekken. Tot slot hebben we gekeken naar het voorkomen van levervetting. Wij toonden aan dat elke vorm van beweging goed was tegen leververvetting. Een belangrijke bevinding, juist voor mensen die niet in staat zijn intensief te bewegen.

 

Verder zagen we dat cholesterolverlagende medicijnen (statines) bij deelnemers die daarvoor een indicatie hadden de kans op leververvetting en erge leverziekte verlaagden.  

 

 

Wilt u een digitaal exemplaar ontvangen van het proefschrift? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl. 

Wilt u de verdediging digitaal terug zien? Klik dan hier.

 

 

Op 10 januari 2023 verdedigde Elif Aribas met succes haar proefschrift

 

A Sex-Specific Approach to Cardiometabolic Disorders

 

Een sekse-specifieke benadering voor cardiometabole aandoeningen.

 

Door de jaren heen hebben steeds meer onderzoekers en artsen erkend dat zowel schade aan de grote (macrovaten) maar ook de kleine vaten, ofwel microvaten, bijdraagt aan hart- en vaatziekten.

 


Het meeste onderzoek heeft zich alleen gericht op afwijkingen in de grote vaten, zoals de kransslagaders, terwijl het vaatstelsel van het hart bestaat uit een uitgebreid netwerk van microvaten. Afwijkingen in deze kleine bloedvaten zijn lang niet onderzocht. Dit was voor een deel omdat niet bekend was dat afwijkingen aan deze kleine vaten ook belangrijk waren maar het was technisch gezien ook nog niet mogelijk om deze microvaten te onderzoeken.

 

Maar recent onderzoek heeft aangetoond dat deze microvaten voor de gezondheid van het hart en hersenen belangrijk zijn.
Het niet goed werken van de microvaten is een aandoening die door het hele lichaam kan voorkomen. Het kan bijvoorbeeld in het hart voorkomen maar ook in de bloedvaten van het netvlies in het oog of de bloedvaten van de hersenen. Microvasculaire schade in het oog en de hersenen kan in beeld gebracht of gemeten worden als veranderingen in de diameter van de microvaten in het netvlies of door veranderingen van het hersenweefsel. Zo kan schade in de kleine vaten al in een vroeg stadium worden onderzocht voordat het tot klachten of ziekte heeft geleid.

 

Het doel van de studies in dit proefschrift was onze kennis over microvasculaire aandoeningen te vergroten. Hiervoor hebben we ons eerst gericht op het onderzoeken van niet goed functionerende microvaten van het hart. Dit wordt ook microvasculaire dysfunctie (CMD) genoemd. Dit deden we door onderzoek te doen naar microvasculaire ziekte in het hart bij mensen met klachten die hiervoor zijn onderzocht in het ziekenhuis. Om onze kennis van microvasculaire aandoeningen en verschillen tussen mannen en vrouwen in hart- en vaatziekten te vergroten, hebben we ook onderzoek gedaan naar schade in de kleine en grote vaten in een vroeg stadium. Dit deden we door onderzoek te doen bij "gezonde" mensen.

 

Wilt u een digitaal exemplaar ontvangen van het proefschrift? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl. 

Wilt u de verdediging digitaal terug kijken? Klik dan hier

 

Op vrijdag 2 december verdedigde Fanny Vuik met succes haar proefschrift getiteld:

 

"Het maagdarmkanaal, van gezond mucosa tot darmkanker."

 

In dit proefschrift hebben we onderzoek gedaan naar de prevalentie van maag- en darmaandoeningen in een gezonde groep deelnemers.

Hieruit blijkt dat maag- en darmziektes vaak voorkomen. 


Daarnaast hebben we gekeken naar hoe vaak darmkanker voorkomt, op verschillende leeftijden en door de tijd heen.
Dit is een grote Europese studie geworden, met deelname van meer dan 20 landen. Hieruit bleek dat darmkanker steeds vaker voorkomt met name onder jongvolwassenen.

 

Vervolgens hebben we onderzoek gedaan naar het gebruik van de colon-videocapsule voor het vaststellen van kanker.
We kwamen tot de conclusie dat de videocapsule een goed alternatief is voor een colonoscopie (kijkonderzoek), wanneer mensen geen colonoscopie willen of kunnen ondergaan.

 

Ook hebben we onderzocht of de colon-videocapsule ook geschikt is om het gehele maagdarmkanaal in beeld te brengen. We vonden dat colon videocapsule een veilige procedure is en dat deelnemers tevreden zijn over het onderzoek. Maar dat de colon-videocapsule nog niet geschikt om op grote schaal te gaan gebruiken voor het zichtbaar maken van het hele maagdarmkanaal.

 

Tenslotte hebben we onderzoek gedaan naar het effect van het darmkanker-bevolkingsonderzoek met een tweejaarlijkse ontlastingstest (FIT) op het voorkomen van darmkanker en de sterfte aan darmkanker. Wij concludeerden dat er minder mensen aan darmkanker sterven en dat darmkanker minder vaak voorkomt. Ook hebben we laten zien dat het gebruik van antistolling geen effect heeft op de uitslag van de bloed-ontlastingstest.

 

Wilt u een digitaal exemplaar ontvangen van het proefschrift?

Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl. 

Op 16 november verdedigde Arjan Bergink met succes zijn proefschrift getiteld:

 

"Botkenmerken, vitamine D en artrose"

 

Artrose is een invaliderende gewrichtsziekte die het gevolg is van het verval van gewrichtskraakbeen en onderliggend bot.

Het is de meest voorkomende vorm van artritis en de belangrijkste oorzaak van invaliditeit bij ouderen.

 

Ondanks talrijke onderzoeken is de oorzaak voor het ontstaan van artrose nog steeds onduidelijk, waardoor ook veel vragen over de behandeling
en preventie van artrose onbeantwoord blijven.

 

In dit proefschrift wordt de mogelijke rol van diverse factoren die samenhangen met botkwaliteit op de incidentie
(het ontstaan) en progressie (verergering) van verschillende typen artrose onderzocht.

De onderzoeken zijn voornamelijk uitgevoerd binnen het ERGO-onderzoek. 

 

Wilt u een digitaal exemplaar ontvangen van het proefschrift?

Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl. 

 

Wilt u de verdediging terugzien? Klik dan hier.

 

 

 

 

 

 

 

Op 7 oktober verdedigde Janine van der Toorn met succes haar proefschrift getiteld:

 

"Slagaderverkalking: Etiologie en ziekterisico vanuit een populatie-gebaseerde benadering"

 

Arteriosclerose, oftewel slagaderverkalking, is de belangrijkste oorzaak van veelvoorkomende cardiovasculaire ziekten (zoals een hartinfarct en beroerte) en vormt daarmee een enorme belasting voor de volksgezondheid.

 

Ondanks vooruitgang op het gebied van medische kennis en epidemiologie, blijven veel facetten met betrekking tot de multifactoriële oorsprong van arteriosclerose en de gevolgen hiervan onduidelijk.

 

Hoewel arteriosclerose in het gehele arteriële systeem voorkomt, kan de hoeveelheid per bloedvat aanzienlijk verschillen. Daarnaast bestaan er opmerkelijke verschillen tussen mannen en vrouwen wat betreft het voorkomen van arteriosclerose en het optreden van klinische manifestaties (zoals een hartinfarct en beroerte).

 

Vooralsnog is het grotendeels onduidelijk wat deze verschillen veroorzaakt en hoe deze verschillen per bloedvat en per sekse bijdragen aan het ontstaan, het beloop en het voorspellen van verschillende ziektebeelden.

 

In dit proefschrift is aandacht besteed aan het ontrafelen van oorzaken en gevolgen van arteriosclerose, waarbij de focus lag op verschillen tussen bloedvaten en man-vrouw verschillen. Daarnaast is het natuurlijk beloop van arteriosclerose over de tijd bestudeerd en zijn verschillende subtypes van arteriosclerose onderzocht met behulp van geavanceerde medische beeldvorming.

Dit proefschrift bevat nieuwe inzichten omtrent oorzaken en gevolgen van arteriosclerose en biedt aanknopingspunten voor toekomstig onderzoek.

 

Wilt u een (digitaal) exemplaar ontvangen van het proefschrift?

Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl

 

Wilt u de verdediging terugzien? Klik dan hier.

 

Op 5 oktober verdedigde Annet Haarman met succes haar proefschrift getiteld: 

 

"Focus op Hoge Bijziendheid, Genetische oorzaken en klinische uitkomsten"
 

Myopie (bijziendheid) is een aandoening van het oog waarbij lichtstralen, die het oog binnenkomen, niet goed op het netvlies geprojecteerd worden waardoor iemand zonder correctie niet goed kan zien.


Deze afwijking kan met het dragen van een bril of contactlenzen gecorrigeerd worden maar kan op latere leeftijd leiden tot complicaties met slechtziendheid of zelfs blindheid als gevolg. Dit proefschrift beschrijft deze complicaties in detail en toont aan dat het risico op deze complicaties niet alleen voor hoge myopie aanwezig is, maar ook bij vormen van myopie die milder zijn.


Ook richt dit proefschrift zich op de genetische achtergrond van myopie. Meer dan honderd nieuwe genen met zeldzame varianten werden gevonden, gebruikmakend van verschillende technieken.


Omdat myopie en hoge myopie wereldwijd steeds vaker voorkomt zal dit ziektebeeld door de complicaties grote impact hebben op onze gezondheidszorg.


Dit proefschrift beschrijft de ziektelast van myopie, de erfelijke oorzaken en biedt aanknopingspunten voor vervolgonderzoek.

 

Wilt u een (digitaal) exemplaar ontvangen van het proefschrift?

Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl.

 

 

Op dinsdag 13 september verdedigde Xiaofang Zhang met succes haar proefschrift getiteld:

 

"Moleculaire epidemiologie op weg naar het ontcijferen van onderliggende mechanismen van leververvetting"

 

Leververvetting (FLD) en de complicaties daarvan, waaronder diabetes type 2, obesitas, hypertensie en dyslipidemie, veroorzaakt een aanzienlijke ziektelast en sterfte wereldwijd.

 

De meerderheid van de FLD-patiënten ontwikkelt de niet-alcoholische leververvetting (NAFLD), de meest voorkomende oorzaak van chronische leverziekte. Hoewel er geen of weinig symptomen zijn, kan een deel van de patiënten een zeer ernstige leverziekte of zelfs leverkanker ontwikkelen.

 

Hoe FLD precies onstaat en hoe het al in een vroeg stadium kan worden vastgesteld is nog steeds niet duidelijk. Het begrijpen van het effect van FLD op het functioneren van organen en orgaanstelsels kan helpen om de preventie- en behandelingsstrategieën te vergemakkelijken.

 

In dit proefschrift worden nieuwe inzichten geïntroduceerd met betrekking tot de moleculaire mechanismen van FLD. 

 

Wilt u een (digitaal) exemplaar ontvangen van het proefschrift?

Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl.

 

 

 

 

 

Op woensdag 20 april 2022 verdedigde Maud de Feijter met succes haar proefschrift getiteld:

 

"Slaap en mentale gezondheid in personen van middelbare leeftijd en ouderen: Een populatie-gebonden aanpak."

 


Maud vertelt graag iets meer over haar onderzoek:

Tijdens het schrijven van dit proefschrift werd het belang van slaap voor mij extra duidelijk. Vooral de subjectieve beleving van slaap lijkt een belangrijke rol te spelen voor het wel of niet ontwikkelen van problemen met de mentale gezondheid in de loop der tijd.

Ondanks dat we nog steeds te weinig weten over de associatie tussen slaap en mentale gezondheid, onderstreept dit proefschrift het belang van goede objectieve slaap en een goede slaapervaring voor een goede gezondheid.

Om onze kennis over de rol van slaap op de mentale gezondheid te verbeteren moeten onderzoekers verder kijken dan de gebruikelijke methoden en meer focussen op vroege slaapverstoringen in de algehele bevolking.

Deze kennis, gecombineerd met een groter bewustzijn omtrent het belang van slaap bij artsen en beleidsmedewerkers, zou een belangrijke stap kunnen zijn in het voorkomen van gedragsstoornissen en psychische ziektes. 

 

Wilt u de verdediging digitaal terugzien? Klik dan hier.

 

Wilt u een (digitaal) exemplaar ontvangen van het proefschrift? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl

 

Op dinsdag 19 april 2022 verdedigde Jinluan Chen met succes haar proefschrift getiteld

"Advanced Glucation End Productxs and age-related diseases in the general population. 
 

 

In dit proefschrift hebben we ons gericht op een cluster van verschillende moleculen, advanced glycation end products (AGEs). Deze moleculen ontstaan op een natuurlijke manier als suikermoleculen zich binden aan eiwitten. Dit proces gebeurt gedurende het hele leven en naarmate we ouder worden stapelen deze AGE’s zich op in het lichaam. Bovendien zijn deze AGEs waarschijnlijk niet alleen een teken van veroudering maar zijn ze ook betrokken bij het ontstaan bij bepaalde ouderdomsziekten.

We hebben de rol van AGEs in veroudering onderzocht binnen het ERGO. Hierbij hebben we de hoeveelheid AGEs in de huid gebruikt als graadmeter voor de opbouw van AGEs in weefsels. We gebruikten hiervoor een apparaat, de AGE Reader, om op een snelle, makkelijke, niet-pijnlijke manier de AGEs in de huid van de onderarm te meten.

 

Het eerste deel van het proefschrift beschrijft het onderzoek naar de wisselwerking tussen AGEs  en leefstijl en klinische factoren. In het tweede deel wordt het onderzoek naar het verband tussen AGEs en hart- en vaatziekten, botziektes en neurodegeneratieve ziektes (dementie, M. Parkinson) beschreven. 

Onze resultaten geven aan dat de hoeveelheid AGEs in de huid een veelbelovende aanwijzing kan zijn bij het inschatten van gezondheidsrisico’s en dat blootstelling aan bewegingsstressoren, leefstijl en klinische risicofactoren gedurende het leven hebben een langdurige invloed op de gezondheid.

Wilt u een (digitaal) exemplaar ontvangen van het proefschrift? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl

Op donderdag 17 maart 2022 verdedigde Lisanne Dommershuijsen met succes haar proefschrift getiteld: 

 

“a Population Perspective on Parkinson’s Disease” 

 

De ziekte van Parkinson heeft een grote impact op het dagelijks leven van mensen met deze ziekte en hun naasten. Het is daarom van groot belang om oorzaken van de ziekte van Parkinson te ontrafelen, de ziekte eerder te herkennen en meer grip te krijgen op het ziekteverloop. Het doel van dit proefschrift was om populatie-brede inzichten te verkrijgen in de vroege fase van de ziekte van Parkinson om in de toekomst de ziekte van Parkinson te kunnen voorkomen.

De ziekte van Parkinson ontstaat door een combinatie van genetische factoren, omgevingsfactoren en leefstijlfactoren. Dit proefschrift beschreef dat het mediterrane voedingspatroon de kans op het ontwikkelen van de ziekte van Parkinson lijkt te verlagen. Daarnaast liet dit proefschrift zien dat er veranderingen optreden in het immuunsysteem bij de ziekte van Parkinson. Deze veranderingen werden echter nog niet aangetoond in de jaren voordat de diagnose werd gesteld.

Het is van belang om de ziekte van Parkinson in een vroegere fase te herkennen om eerder in te kunnen grijpen op het ziekteproces. REM-slaapgedragsstoornis is een slaapstoornis met een sterk verhoogde kans op het ontwikkelen van de ziekte van Parkinson. Screening voor deze slaapstoornis brengt echter verschillende ethische dilemma’s teweeg. Wat moeten we bijvoorbeeld onderzoeksdeelnemers met deze slaapstoornis vertellen over het risico op de ziekte van Parkinson? Deze ethische dilemma’s met betrekking tot REM-slaapgedragsstoornis werden in dit proefschrift besproken. Een ander mogelijk vroeg teken van de ziekte van Parkinson is orthostatische hypotensie, een sterke daling in de bloeddruk bij het opstaan. Dit proefschrift laat echter zien dat in de algemene populatie orthostatische hypotensie niet gerelateerd is aan de kans op het ontwikkelen van de ziekte van Parkinson.

 

De coronapandemie heeft op verschillende manieren een negatieve invloed gehad op het leven van mensen met de ziekte van Parkinson. Dit proefschrift toonde een belangrijke relatie aan tussen de ervaren corona gerelateerde stress en mentale gezondheid bij mensen met de ziekte van Parkinson. Ten slotte liet dit proefschrift een verkorte levensverwachting van gemiddeld 2 à 4 jaar zien bij mensen met de ziekte van Parkinson. De gemiddelde levensverwachting was afhankelijk van de leeftijd waarop de diagnose werd gesteld.
Dit proefschrift liet zien dat populatie-brede studies naar de ziekte van Parkinson essentieel zijn om meer inzicht te krijgen in de vroege fase van de ziekte van Parkinson en in de toekomst de preventie van de ziekte van Parkinson mogelijk te maken.

 

Wilt u een (digitaal) exemplaar ontvangen van het proefschrift? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl

Op woensdag 16 februari verdedigde Neelke Oosterloo met succes haar proefschrift getiteld:


"Sound of Silence,  determinants of tinnitus in a population based study"

 

De meeste mensen hebben wel eens een piep in hun oren gehad nadat ze op een feestje waren geweest. Gelukkig is die piep vaak de volgende ochtend weer weg en ben je er weer vanaf. Deze piep die niemand anders hoort, noemen we tinnitus. Tinnitus lijkt steeds vaker voor te komen, zowel bij jongeren als bij ouderen. Er is de laatste jaren dan ook meer aandacht voor tinnitus.

 

In mijn promotie onderzoek heb ik onderzocht hoe vaak tinnitus voorkomt in een oudere populatie en welke risicofactoren hier voor te vinden zijn. Dit onderzoek is gedaan in de Rotterdam Studie. Dit is een onderzoek bij mensen van 40 jaar en ouder in de wijk Ommoord in Rotterdam waarbij mensen gevolgd worden in het ouder worden. Er worden gegevens verzameld over onder andere tinnitus, het gehoor, levensstijl, hart, longen en de hersenen.


Wat ik heb gevonden is dat 1 op de 5 oudere mensen tinnitus heeft, maar dat een klein deel daarvan, 1 op de 10 met tinnitus, echt veel last ervaart. In dat geval gaat tinnitus vaak ook gepaard met angst en depressieve klachten. Wij hebben echter gevonden dat ook mensen die tinnitus hebben zonder er last van te hebben al slechter slapen en meer angst en depressie symptomen benoemen. We weten al langer dat tinnitus en gehoorverlies vaak samen voor komen. In mijn/ons onderzoek hebben we gevonden dat als je gehoorverlies hebt, je een twee keer grotere kans hebt op het hebben van tinnitus. Ook bleek dat ouderen met een slechtere cardiovasculaire gezondheid vaker tinnitus hebben.

 

De resultaten van dit onderzoek dragen bij aan het beter gaan begrijpen waarom de een wel last krijgt van tinnitus en een ander niet. Helaas zijn we op dit moment nog niet zo ver dat we dit kunnen voorspellen. De hinder van tinnitus kan vaak wel iets verminderd worden na behandeling, bijvoorbeeld door het gebruik van hoortoestel in geval van slechthorendheid of het volgen van gerichte therapie. Een beter begrip van de verschillende oorzaken draagt hopelijk bij aan een effectievere behandeling van tinnitus.

 

Wilt u een exemplaar van het proefschrift ontvangen? Stuur dan een email naar ergo.epi@erasmusmc.nl.

Op woensdag 9 februari verdedigde Silvana Maas met succes haar proefschrift getiteld: 

 

"Epigenetic Regulation and Inference of Lifestyle Factors and Health"

 

Leefstijlfactoren (bijv. roken en alcoholconsumptie) zorgen voor een verhoogd risico op hart- en vaatziekten waar jaarlijks bijna 18 miljoen mensen aan overlijden. 

Onze leefstijl zorgt voor verandering in ons epigenetisch patroon dat een grote rol speelt in hoe onze genen tot expressie komen. Het is daarom belangrijk om een beter beeld te krijgen van de rol die onze leefstijl speelt in deze veranderingen en hoe dit vervolgens invloed heeft op de risicofactoren voor het krijgen van hart- en vaatziekten (bijv. hoge bloeddruk en een hoog cholesterol).

In dit proefschrift heb ik gebruik gemaakt van predictiemodellen om te onderzoeken of het mogelijk is om op basis van veranderingen in het epigenetisch patroon te bepalen of iemand rookt en alcohol drinkt.

Vervolgens heb ik gekeken naar de veranderingen die roken aanbrengt in dit epigenetisch patroon en hoe die gerelateerd zijn aan het risico op hart- en vaatziekten.

Daarnaast heb ik onderzocht hoe deze veranderingen in het epigenetisch patroon het risico op hart- en vaatziekten verhoogd en veranderingen in botdichtheid aanbrengt.

 

Wilt u een (digitaal) exemplaar ontvangen van het proefschrift? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl

Op dinsdag 25 januari verdedigde Sander Lamballais met succes zijn proefschrift getiteld: 

 

"Shaping the Brain: Causes and Consequences of the Changing Brain Across the Lifespan."

 

De hersenen veranderen drastisch door het leven heen, met uitgebreide ontwikkeling aan het begin van het leven, en langzame aftakeling tegen het einde van het leven. De gezondheid van de hersenen hangt weer samen met ziektes, zoals neurodegeneratieve ziektes (bijv. dementie, M. Parkinson of ALS) op latere leeftijd. Hoewel verschillende factoren zijn ontdekt die op latere leeftijd de hersengezondheid beïnvloeden, is er weinig bekend over hoe hersengezondheid wordt gevormd door het leven heen. 

 

Sander onerzocht hoe erfelijke, vasculaire (m.b.t. het bloedvatenstelsel) en andere mechanismes het brein beïnvloeden, en hoe dit weer leidt tot neurodegeneratieve ziekte. Dit deed hij door gegevens van het ERGO-onderzoek te combineren met gegevens van GenerationR.

 

Qua erfelijkheid werd er geen bewijs gevonden dat erfelijke belasting voor neurodegeneratieve ziektes samenhangt met het brein of cognitie in de kindertijd. Qua vasculaire mechanismes toonde hij aan dat bloeddruk door het leven heen zwak samenhangt met cognitie, en dat bloeddruk tijdens het eerste deel van de volwassenheid samenhangt met meer lesies in de hersenen dan later in het leven. 

 

Ook werd aangetoond dat ingrijpende jeugdervaringen de ontwikkeling van het adolescente brein vervroegen. 

 

Als laatste vond hij dat cognitieve en hersenfactoren uit het late leven sterker samenhangen met het ontwikkelen van dementie dan soortgelijke factoren eerder in het leven.

Wilt u een (digitaal) exemplaar van het proefschrift ontvangen? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl. 

 

 

Op dinsdag 14 december 2021 verdedigde Stephanie Rigters met succes haar proefschrift getiteld:

 

"Perifere en centrale aspecten van ouderdomsgehoorverlies"

 

Ouderdomsgehoorverlies is een multifactoriële aandoening. Het blijkt niet alleen te worden veroorzaakt door het ouder worden, maar er is ook een verband met geslacht, diabetes mellitus, een hogere bloeddruk, een hogere BMI, roken, alcoholconsumptie, opleidingsniveau, en een verminderd volume en kwaliteit van de witte stof in de hersenen. 

 

In dit proefschrift worden drie stellingen besproken; gehoorverlies leidt tot veranderingen in het brein, veranderingen in het brein leiden tot gehoorverlies of er zijn gezamenlijke factoren die tot beide leiden.

 

Wilt u een (digitaal) exemplaar van het proefschrift ontvangen? Mail dan naar ergo.epi@erasmusmc.nl. 

Op 29 oktober verdedigde Ashley van der Spek met succes haar proefschrift "Genetic and metabolic studies of aging, depression and sleep in the general population". 

 

De levensverwachting is sterk toegenomen in de afgelopen 200 jaar en naar verwachting zal dit nog verder toenemen. Dit leidt tot een veroudering van de bevolking en naarmate mensen ouder worden is de kans groter dat ze ziektes krijgen zoals bijvoorbeeld hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en dementie. Ondanks dat onderzoek naar veroudering al een aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt zijn de biologische mechanismen die hiermee te maken hebben nog onvoldoende bekend. 

 

Daarom heeft Ashley in haar proefschrift de relatie tussen erfelijke factoren en metabolieten (moleculen in het bloed zoals suikers, aminozuren, vetten en vetzuren) met veroudering en de ziektes die ontstaan naarmate we ouder worden onderzocht. 

 

Ze heeft zich hierbij gericht op o.a. telomeren (de uiteinden van chromosomen: de dragers van ons erfelijke materiaal), de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie en depressie. Om dit te bestuderen heeft Ashley onderzoeksgegevens uit studies van over de hele wereld gebruikt, waaronder ook onderzoeksgegevens van ERGO.

 

 De bevindingen van dit proefschrift dragen bij aan het beter begrijpen van de moleculaire mechanismen die betrokken zijn bij het ontstaan van ziektes en ze geven nieuwe aanknopingspunten voor het verbeteren van de diagnostiek, voor het ontwikkelen van nieuwe behandelingen en nieuwe manieren om het ontstaan van ziektes te voorkomen en zo gezonder ouder te worden.

 

Wilt u de verdediging terug zien? Klik dan  hier.

 

Wilt u een (digitaal) exemplaar ontvangen? Stuur dan een e-mail naar ergo-epi@erasmusmc.nl.

Op 13 oktober verdedigde Michelle Mens met succes haar proefschrift getiteld 

"Think Big, Epidemiological Research on Tiny Molecules" . 

 

Door onderzoek binnen de epidemiologie van de genetica (erfelijkheidsleer) is aangetoond dat microRNA’s o.a. een rol spelen in de deling van cellen, in de differentatie (het proces waarbij cellen steeds meer gaan verschillen in vorm en functie) en in het ontstaan van ziektes. 

 

Dit proefschrift beschrijft het onderzoek naar de rol van deze microRNA’s bij het ontstaan van bijv. type2 diabetes, hartvaat-ziekten, leververvetting en beroertes, en of deze microRNA’s mogelijk gebruikt kunnen worden als voorspeller van het onstaan van deze ziektes. 

 

Door van een grote groep deelnemers DNA en microRNA’s te bestuderen is een stap gezet in het begrijpen van de onderliggende oorzaken voor het ontstaan van ziektes naarmate we ouder worden. 

 

Wilt u de verdediging terugzien? Klik dan hier.

 

Wilt u een (digitaal) exemplaar van het proefschrift ontvangen? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl

Op 8 oktober verdedigde Silvan Licher met succes zijn proefschrift getiteld 

"Maintaining cognitive health into old age". 

 

 

Kent u iemand met dementie? Waarschijnlijk wel: maar liefst 1 op de 3 vrouwen en 1 op de 4 mannen krijgt dementie in het leven. 

 

Helaas is er nog geen werkzame therapie voor handen om deze hersenziekte bij ouderen te behandelen. Wel is er steeds meer wetenschappelijk bewijs voor de effecten van gezond leven om onze hersenen te beschermen tegen veroudering. Onduidelijk blijft echter hoe we dergelijke ‘preventieve strategieën’ als gezond leven het beste kunnen inzetten. 

 

De hoofddoelstelling van dit proefschrift is daarom hoe wij bevolkingsbrede of gepersonaliseerde preventieve strategieën kunnen optimaliseren om onze cognitieve gezondheid tot op hoge leeftijd te behouden. 

 

 

Wilt u de verdediging terugzien? Klik dan hier.

 

 

Wilt u een (digitaal) exemplaar van het proefschrift ontvangen? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl

Op 12 mei 2021 om 13.00 uur verdedigde Annemarie Colijn, met succes,  haar proefschrift getiteld: 

 

“Age-related Macular Degeneration: Genetic Epidemiologic findings from large European studies" 

 

 

 

Leeftijdsgebonden macula degeneratie (LMD) is een veel voorkomende ziekte onder ouderen die zorgt voor slechtziendheid en blindheid.

Het is een ziekte die veroorzaakt wordt door veroudering, erfelijke aanleg (genetica) en omgevingsfactoren. 

 

Bij funduscopie wordt het vroege stadium van LMD gekarakteriseerd door ophopingen van kalk (drusen) en pigmentveranderingen in de gele vlek.

In een later stadium zijn zeer kleine, lekkende bloedvaten in het oog (CNV) zichtbaar en het verlies van pigment in de cellen van het vaatvlies (GA). CNV kan behandeld worden met anti-VEGF injecties maar niet worden genezen. 

 

Het doel van dit proefschrift was om vragen te beantwoorden die gerelateerd zijn aan de genetica en epidemiologie van LMD. 

 

Wilt u een (digitaal) exemplaar van het proefschrift onvangen? Stuurt u dan een email naar ergo.epi@erasmusmc.nl.

 

Op 6 april 2021 verdedigde Lana Fani met succes haar proefschrift getiteld:

 

 

 

"Mechanisms underlying dementia and stroke: an immunity and inflammation perspective"

 

 

 

De etiologische gelijkenis tussen dementie en hersenberoertes kwam al naar voren in Alois Alzheimer’s eerste grote artikel over dementie, waarin hij beschrijft dat patiënten met hersenatrofie zonder duidelijke infarcten waarschijnlijk microscopische infarcten hebben. De gelijkenis tussen dementie en hersenberoertes kwam verder naar voren bij de zichtbare afname van dementie in welvarende landen waar de incidentie van hersenberoertes en mortaliteit substantieel is afgenomen.

Wat echter het exacte onderliggende mechanisme is van deze twee fascinerende aandoeningen is nog onduidelijk.

 

In dit proefschrift beschouw ik het immuunsysteem en inflammatie als potentiële overlappende mechanismen die dementie en hersenberoertes kunnen verbinden.

 

Wilt u een exemplaar van het proefschrift ontvangen? Stuur dan een email naar ergo.epi@erasmusmc.nl.

 

Op 16 februari 2021 verdedigde Niels van der Schaft met succes zijn proefschrift getiteld:

 

 

 

“Diet, inflammation, body composition and typ2 diabetes”

 

 

 

Type 2 diabetes is een nog altijd in frequentie toenemend probleem voor de volksgezondheid. Dit benadrukt de noodzaak om de determinanten van deze ziekte beter te leren begrijpen, alsmede hoe deze determinanten met elkaar in verband staan.

 

De samenstelling van het voedingspatroon is een van de belangrijkste determinanten van type 2 diabetes. Echter zijn de biologische mechanismen waarlangs voedings-componenten hun gezondheidseffecten uitoefenen gecompliceerd en talrijk. Voeding heeft bijvoorbeeld invloed op lichaamssamenstelling, met andere woorden de verhouding en verdeling van vetmassa en vetvrije massa in het menselijk lichaam, en kan via deze weg het risico op ziekten vergroten of verkleinen. Eerder onderzoek heeft ook aangetoond dat de samenstelling van het voedingspatroon een bepaalde mate van chronische laaggradige ontsteking in het lichaam kan bewerkstelligen of deze ontsteking juist kan verminderen. Dergelijke chronische onsteking is op zichzelf weer geassocieerd met het ontstaan van overgewicht en, via mechanismen niet noodzakelijkerwijs direct gerelateerd aan overgewicht, met een hoger risico op type 2 diabetes. Gezien de hoge prevalentie van type 2 diabetes en de ernst van de potentiele complicaties van deze aandoening is beter inzicht in hoe deze factoren het risico op type 2 diabetes beïnvloeden van groot belang.

 

 

 

Wilt u een exemplaar van het proefschrift ontvangen? Stuur dan een email naar ergo.epi@erasmusmc.nl.

Op 9 februari 2021 verdedigde Kimberly van der Willik met succes haar proefschrift getiteld:

 

 “Unravelling the link between cancer, congnition and dementia”

 

Verbeteringen in kankerscreening en behandeling hebben geleid tot een betere overleving van vele kankerpatiënten. Echter heeft dit ook tot gevolg dat veel kankerpatiënten en overlevers te maken hebben met lange termijn en late bijwerkingen. Bijwerkingen kunnen het gevolg zijn van de kanker zelf of van de kankerbehandeling. Een van de meest gerapporteerde bijwerkingen zijn cognitieve klachten, welke het dagelijks functioneren en de kwaliteit van leven negatief beïnvloeden. Meer kennis over het ontstaan en beloop van cognitieve problemen is nodig voor het ontwikkelen van preventie en interventie strategieën voor cognitieve problemen bij niet-centraal zenuwstelsel (CZS) kankerpatiënten.

 

In dit proefschrift hebben we ons gericht op het beloop van het cognitief functioneren in de algemene populatie van kankerpatiënten van voor tot na de kankerdiagnose. Vervolgens hebben we de relatie tussen kanker en dementie bestudeerd en hebben we verschillende mechanismen onderzocht die ten grondslag liggen aan cognitieve problemen en dementie bij niet-CZS kankerpatiënten. De studies in dit proefschrift zijn gebaseerd op het Rotterdamse ERGO-onderzoek, een groot prospectief populatieonderzoek in Nederland.

 

Als eerst hebben we gevonden dat in het algemeen het cognitief functioneren van kankerpatiënten hetzelfde verandert als dat van personen zonder kanker. Als tweede suggereren onze bevindingen dat kankerpatiënten geen verhoogd risico hebben op dementie, maar dat vanuit een biologisch perspectief deze twee ziektes mogelijk positief gerelateerd zijn. Als laatste vonden we dat in borstkanker overlevers, inflammatie en de doorbloeding van de hersenen ten grondslag kunnen liggen aan cognitieve problemen. Deze mechanismen zouden gebruikt kunnen worden voor preventie en interventie strategieën.

 

Wilt u een exemplaar van het proefschrift ontvangen? Stuur dan een e-mail naar ergo.epi@erasmusmc.nl.