Een kwestie van gevoel: polyneuropathie

Waarom werken bij sommige mensen de zenuwen niet goed? Waarom tintelen bijvoorbeeld hun tenen of voelen ze geen pijn? Noor Taams doet onderzoek.

Zachtjes een satéprikker tegen je onderbeen geduwd krijgen en daarna zeggen of je iets voelt. Al 4.500 ERGO-deelnemers hebben ervaren hoe eenvoudig lichamelijk onderzoek soms kan zijn. De satéprikker hoort bij het onderdeel ‘polyneuropathie’. Dit is een ziekte waarbij de uiteinden van de langste zenuwen in de benen en armen niet goed werken. Noor Taams is sinds 2017 betrokken bij ERGO. “Ik werk in het Erasmus MC en ben ook regelmatig in Ommoord om deelnemers te onderzoeken”, zegt ze.

 

Als arts in opleiding tot neuroloog kan Noor uitleggen wat de rol van onze zenuwen is. ‘Zie het zenuwstelsel als de elektriciteitsbedrading in het lichaam. De hersenen geven via de bedrading signalen aan de rest van het lichaam: ze sturen de spieren aan en zorgen er zo voor dat we bewegen. De signalen kunnen ook de tegenovergestelde richting afleggen. Dan laten bijvoorbeeld de voeten of vingertoppen aan de hersenen weten dat het koud is. Dankzij die signalen voelen we dat we het koud hebben.’

 

Dof gevoel

Ongeveer 250.000 mensen in Nederland hebben deze vorm van polyneuropathie. Noor: ‘Patiënten kunnen méér voelen dan er in werkelijkheid aan de hand is. Denk onder andere aan tintelingen en pijn. Het is ook mogelijk dat ze juist minder voelen of zelfs helemaal niets voelen. Iemand prikt zichzelf bijvoorbeeld of stoot zijn voet, waarna hij slechts een dof, slapend gevoel ervaart.’

 

Op het eerste gezicht kan het misschien aangenaam lijken om geen pijn te voelen, maar pijn heeft een belangrijke functie. We worden bijvoorbeeld gewaarschuwd een hete pan los te laten, omdat we anders onze handen verbranden en die niet meer kunnen gebruiken.

 

Noor: ‘Minder goed voelen kan de kans op een valpartij vergroten. Als je tijdens het wandelen niet merkt dat je je voet neerzet op een scheefstaande stoeptegel, krijgen je hersenen ook niet het signaal dat je uit balans dreigt te raken. Je corrigeert je lichaamshouding niet of te laat en loopt daardoor kans om te vallen. Mensen met polyneuropathie vertellen soms ook dat ze pijn ervaren die niet normaal is. Als bijvoorbeeld het bedlaken over hun voeten schuift, voelt het aan alsof iemand er naalden inprikt. Vaak hebben patiënten last van een combinatie van te veel voelen, te weinig voelen en abnormale pijn.’

 

Belangrijke vraag

Polyneuropathie komt vrij vaak voor. Toch is de ziekte nog met veel vraagtekens omgeven. Daarom is in 2013 onderzoek naar de aandoening van start gegaan binnen ERGO. Misschien wel de belangrijkste vraag is: waarom kunnen artsen bij ongeveer drie op de tien patiënten de oorzaak van polyneuropathie niet vaststellen? Wat zou bij deze groep de reden van de ziekte kunnen zijn? Noor: ‘Het is vervelend dat de gezondheidszorg deze mensen nu weinig te bieden heeft. Zolang de oorzaak onbekend is, weet je ook niet hoe je moet behandelen.’

Gelukkig zijn er veel patiënten bij wie het ziekteproces wél kan worden vertraagd of gestopt. Noor: ‘Vooropgesteld: hoe ouder je bent, hoe groter de kans op polyneuropathie. Daar is niets tegen te doen. Maar als diabetes mellitus type 2 (suikerziekte) de oorzaak is, kunnen patiënt en arts ernaar streven de bloedsuiker zo goed mogelijk in te stellen. Dat helpt vaak. Diabetes is de meest voorkomende oorzaak van polyneuropathie. Andere mogelijke aanleidingen zijn: tekort aan vitamine B1 en B12, chemotherapie en schildklieraandoeningen. De eerste twee kun je tegengaan met toediening van vitamines. En een schildklieraandoening is vaak goed in te stellen met medicatie.’

 

Erfelijke aanleg

Kan polyneuropathie erfelijk bepaald zijn? Is genetische aanleg misschien de achterliggende reden bij de mensen van wie de ziekteoorzaak nu nog onbekend is? ‘Bij de 4.500 ERGO-deelnemers hebben we daarvoor geen aanwijzingen kunnen vinden’, zegt Noor. ‘Maar we kunnen de invloed van erfelijkheid nog niet helemaal uitsluiten. Mogelijk is er een combinatie van risicofactoren nodig, zoals diabetes, vitaminetekort, schildklieraandoening en/of erfelijke aanleg. Om hierover meer te weten te komen, willen we graag onderzoek doen bij nog meer ERGO-deelnemers.’

 

Zelf beïnvloeden

ERGO-onderzoek heeft in elk geval al wel uitgewezen wat het risico op polyneuropathie vergroot. Noor: ‘Het gaat om overgewicht, ongezond eten, onvoldoende beweging, een hoge bloeddruk, een hoge cholesterolwaarde, een hoge bloedsuikerspiegel en een hoog vetzuurgehalte (triglyceriden). Wie drie van deze zaken heeft, heeft een twee keer zo hoge kans op polyneuropathie. Onze boodschap is dus dat je er zelf deels invloed op hebt. Wie bijvoorbeeld gezond eet en voldoende beweegt, verkleint zijn risico.’

 

Stemvork

Hoe stellen de onderzoekers vast dat iemand polyneuropathie heeft? Noor vertelt: ‘Het ERGO-onderdeel polyneuropathie duurt ongeveer twintig minuten. Eerst vult de deelnemer samen met een ERGO-medewerker een lijst van vijftien vragen in. Bijvoorbeeld: heeft u weleens last van tintelende handen of voeten? Of: heeft u het gevoel op watten te lopen? Daarna ondergaat de deelnemer een neurologisch onderzoek waarbij het gevoel wordt getest. Hoe goed voelt iemand dat zachtjes een satéprikker tegen zijn onderbeen wordt geduwd? De onderzoekers hebben ook een stemvork. Normaal gesproken gebruiken musici die om te controleren of bijvoorbeeld een piano goed gestemd is. De onderzoekers doen er iets anders mee. Met de stemvork wordt een lichte trilling veroorzaakt. Daarna plaatst de onderzoeker de stemvork op een teen van de deelnemer en vraagt of de trilling gevoeld wordt. Ook worden met een hamertje de reflexen van de deelnemer getest. Het gaat om de kniepeesreflex en achillespeesreflex.’

Tot slot doen artsen of artsen in opleiding een zenuwgeleidingsonderzoek. Noor is één van de artsen die dit uitvoeren. ‘In feite meten we de zenuwen van de deelnemer door, net zoals je een elektriciteitsdraad kunt doormeten. De deelnemer krijgt plakkertjes en elektrodes rond de enkels. Via die elektrodes dienen wij kleine schokjes toe. Die schokjes geven een wat vreemd gevoel, maar doen geen pijn. Op een plek vlak bij het plakkertje meten wij of de prikkel wordt doorgeven binnen het zenuwstelsel. En zo ja, met welke snelheid gebeurt dat? Dat zegt iets over de kwaliteit van de zenuw.’

 

Opbellen

Soms blijkt een ERGO-deelnemer polyneuropathie te hebben. Noor: ‘Dan bel ik de deelnemer op en sturen we een brief naar de deelnemer en huisarts. Ik bied de deelnemer meteen een bloedonderzoek aan. Als hieruit blijkt wat de oorzaak is, bijvoorbeeld een vitaminetekort, kan een behandeling beginnen.’

 

Meer leren

Welke klachten hebben mensen met polyneuropathie? Waar krijgen ze het meest last van? Onderzoek bij ERGO-deelnemers heeft dat duidelijk gemaakt. Noor: ‘Mensen hebben moeite met hun dagelijkse bezigheden. Bijvoorbeeld boodschappen doen of reizen met het openbaar vervoer of de eigen auto. Traplopen gaat moeilijker en vergt meer aandacht. Het wandelen gaat minder snel, de balans is minder goed. Komen mensen in een verder gevorderde fase van de ziekte, dan wordt het bijvoorbeeld ook moeilijk een potje open te draaien. Het is dus logisch dat wij nog veel meer willen leren over de ziekte. Op die manier hopen we dat polyneuropathie vaker kan worden voorkomen of afgeremd, zodat meer mensen een goede kwaliteit van leven houden.’

 

Zeilen

Noor woont al sinds haar studie geneeskunde in Rotterdam. Wanneer ze niet werkt, probeert ze zoveel mogelijk in de buitenlucht te zijn. ‘Ik houd vooral van water. Regelmatig ga ik naar Hoek van Holland om te kitesurfen. En tijdens vakanties zeil ik graag, bijvoorbeeld op de Friese meren of zelfs op de Middellandse Zee of in het Caribisch gebied. Dichter bij huis, in Rotterdam-Blijdorp, speel ik tennis.’